In tijden van grondstoffenschaarste en klimaatopwarming kan het belang van de circulaire economie maar moeilijk overschat worden. Waardevolle materialen via afvalsortering en opwaardering zo lang mogelijk in de productkringloop behouden, is daarbij het doel. Een ambitie waar waste-to-productbedrijf en Belgisch marktleider Renewi graag het voortouw neemt.
Tekst: Katrien Bonne
Het was geen toeval dat VLAREA – het vroegere Vlaams Reglement voor Afvalbeleid – in 2003 vervelde tot VLAREMA, het Vlaams Reglement voor Materiaalbeleid. Stilaan drong het besef door dat afval niet louter een enkeltje richting verbrandingsoven verdient. Ook doorgedreven uitsorteren en recycleren ligt juist aan de basis van waardevolle secundaire grondstoffen. “Op dat vlak zijn we zeker influencer geweest naar het beleid toe”, weet Dries De Pauw, marketing- en salesdirecteur bij Renewi. “In een lineaire economie gaat het afval rechtstreeks de vuilnisbak in, terwijl de circulaire economie daar lijnrecht tegenover staat: in de mate van het mogelijke hou je het recyclageproces zo lang mogelijk gaande. Zo is de levensduur van producten als glas en metaal in principe oneindig, maar bij textiel, hout en papier is dat iets minder.”
“VLAREMA 8 mikt op een drastische reductie van het bedrijfsafval, met als belangrijkste strategie het sorteren aan de bron. Om die reden worden we vanaf 2023 verplicht om de afvalstromen van bedrijven in 24 verschillende soorten op te splitsen. Daarom bouwen we nu drie extra sorteerlijnen in Vlaanderen bij, een investering van ruim zestig miljoen euro. Als deze straks in gebruik worden genomen, kan er bijna 400.000 ton bedrijfsafval per jaar méér en vooral kwalitatiever worden verwerkt.”
Afvalstromen worden steeds vaker omgezet naar hoogwaardig recyclaat.
Nood aan strakker beleid
Van de dertien miljoen afval die Renewi jaarlijks ophaalt, wordt 65,8% gerecycleerd. Met Mission75 heeft het bedrijf de ambitie dat cijfer op te krikken naar 75% tegen 2025. “Minder afval verbranden, impliceert uiteraard een kleinere CO2-uitstoot”, aldus De Pauw. “Maar nog beter is om bedrijven aan te moedigen om minder voor eenmalig gebruik te produceren ten voordele van secundaire materialen. Dat is essentieel voor het behoud van de eindige natuurlijke hulpbronnen op aarde.”
“Samenwerkingen met externe partners voor hun technische knowhow en innovaties, maar ook met lokale en internationale bedrijven om hun afvalstromen om te zetten naar hoogwaardig recyclaat zijn daarbij essentieel. Samen met IKEA herwerken we nu miljoenen oude matrassen tot meubelvulling, sportmatten en zelfs nieuwe matrassen. Bij Arcelor Mittal dient steelanol, een product dat geëxtraheerd wordt uit de uitstootgassen, als bouwsteen voor biodiesel.”
“Mooie projecten, waar een strakkere wettelijke ondersteuning nog meer vaart zou kunnen zetten in de omslag naar een circulaire economie. Dat kan door bijvoorbeeld gerecycleerde content voor een bepaald percentage in verpakkingen verplicht te maken. In navolging van de Klimaatconferentie in Glasgow wil ik dit nog meegeven: het verminderen van het gebruik van virgin materials tegen 2032 met 28% kan de CO2-uitstoot met maar liefst 39% doen dalen. Een krachtiger argument voor de circulaire economie is nauwelijks denkbaar.”