De kunststofindustrie is een sector in volle beweging. Reden waarom de zoektocht naar talent er onverminderd doorgaat, want het groeiende aantal vacatures geraakt nauwelijks ingevuld. PlastIQ vult het gat met twee state of the art Training Labs, waar werkzoekenden én werknemers intensief worden opgeleid en bijgeschoold.
Tekst: Katrien Bonne
De kunststofindustrie – met vijftienduizend arbeidsplaatsen geen kneusje binnen de grote chemische familie – profileert zich steeds prominenter als een sector die het verschil wil maken inzake duurzaamheid.
In tegenstelling tot de vele negatieve associaties die plastics oproepen, maken ze vaak onlosmakelijk deel uit van een groene economie. “Denken we maar aan de wieken van windmolens, elektrische wagens die dankzij kunststof componenten steeds lichter worden, verpakkingen die voedselverspilling tegengaan, enz.”, vertelt Managing Director Vincent Mispelaere.
“Ook recyclage wint aan belang. Het percentage recupmateriaal in nieuwe producten die momenteel op de markt komen, stijgt razendsnel, net als het gamma gespecialiseerde producten voor een hoger marktsegment. Dat alles maakt dat werknemers binnen de sector de nood voelen aan upskilling, want de verwachtingen liggen hoog en de complexiteit van de verwerkingstechnieken neemt toe. Een bijkomend voordeel is wel dat medewerkers kunnen doorgroeien in een veelzijdige bedrijfstak die in de toekomst nog veel meerwaarde zal creëren.”
“Maar daarnaast schort het ook aan de instroom van talent: de klassieke technische scholen beschikken niet over de geschikte apparatuur en kennis om studenten specifiek op te leiden. Bovendien telt de VDAB geen competentiecentra voor kunststofverwerking, waardoor een samenwerking met de sector noodzakelijk blijft.”
Kiezen voor een job in de kunststofsector is kiezen voor een job met toekomstpotentieel.
Strategische keuze
PlastIQ, het sectoraal opleidingsinstituut van de kunststofverwerkende sector dat in 2008 in het leven werd geroepen, voelde de nood aan degelijke educatie en richtte in de T2 Campus in Genk en in het Circular Materials Center in Kortrijk twee Training Labs op.
“Locaties met een duidelijke strategische ligging, vermits de kunststofnijverheid in die regio’s het meest actief is”, licht Mispelaere toe. “Bovendien integreerden we de Labs in een bredere partnership met lokale besturen: in Kortrijk opteerden we voor de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM), aangezien West-Vlaanderen van de kunststofnijverheid een van zijn ambitieuze speerpuntclusters heeft gemaakt. In Genk hingen we onze kar aan de Mastercampus die ontstond na de reconversie van Ford Genk, en die onder meer ook Syntra Limburg en de VDAB onderdak geeft.”
Win-winsituatie
Een industrie die razendsnel evolueert en die competitief wil blijven, vraagt om opleidingsinfrastructuur en installaties die aansluiten bij de noden van de arbeidsmarkt. “En daar wrong het schoentje”, aldus Mispelaere. “Om te vermijden dat opeenvolgende innovaties ons telkens opnieuw zouden opzadelen met verouderde apparatuur, gingen we te rade bij leveranciers en machinebouwers uit de sector, veelal Europese partners zonder toonzalen in België.”
“Terwijl zij op zoek waren naar een manier om hun innovatieve machines te tonen aan de industrie, was het onze ambitie om de best mogelijke opleiding in onze Labs te garanderen. Een zuivere win-win dus, die intussen is uitgegroeid tot een waar succesverhaal: dankzij de inspanningen van de grootste spelers in de markt lopen we nu qua machinerie zelfs voor op onze bedrijven, voor bedragen die we anders nooit hadden kunnen financieren.”
Wist je dat elk jaar iets meer dan 130 bedrijven speuren naar geschikte werknemers in heel Vlaanderen?
Nood aan vers bloed
De grootste uitdaging blijft het opsporen van talent, want geen enkele studierichting leidt rechtstreeks naar de kunststofsector. “Wij moeten het zelf doen. Mensen met technische feeling die in hun schoolloopbaan verkeerd georiënteerd zijn of studenten die in richtingen studeren zonder al te veel toekomst, proberen we warm te maken voor een opleiding in een van onze beide centra.”
“Daarvoor gaan we breed tewerk: via sociale media, infosessies, de collega’s bij de VDAB en de uitzendkantoren willen we potentiële gegadigden overtuigen tot het volgen van een korte, intense bootcamp van zes weken die hen de belangrijkste verwerkingstechnieken aanleert: spuitgieten, co-extrusie en thermovormen. Nadien zijn ze breed geschoold om in verschillende bedrijven aan de slag te kunnen in een goedbetaalde job – het is en blijft de chemie natuurlijk. Een duurzame baan bovendien, want mensen die van interim naar interim fladderen, ontdekken tijdens de training vaak competenties die garant staan voor een langdurige tewerkstelling.”
“Wist je dat elk jaar iets meer dan 130 bedrijven speuren naar geschikte werknemers in heel Vlaanderen? En dat terwijl we met het trainen van honderd operatoren op jaarbasis al aan ons plafond zitten. Sowieso overstijgt de vraag ruimschoots het aanbod. Kiezen voor een job in de kunststofsector is zonder meer kiezen voor een job met toekomstpotentieel.”
