De provincie Antwerpen geldt als dé economische motor van Vlaanderen. “Maar als we die positie ook in de toekomst willen behouden, is permanente innovatie een must,” zeggen huidig gedeputeerde voor Economie en Innovatie Ludwig Caluwé en zijn opvolger Kathleen Helsen.
Op 1 januari geeft Caluwé na negen jaar de fakkel door aan Helsen. Zij liep zich de voorbije jaren al warm als gedeputeerde voor Werk en Sociale Economie. Als voorzitter van het Gouverneur Kinsbergencentrum en Kamp C zijn innovatie in de zorg- en de bouwsector voor haar ook vertrouwde thema’s. Het nieuwe provinciehuis doet dienst als kader voor een boeiend dubbelgesprek.
Waarom is inzetten op innovatie zo belangrijk?
Caluwé: “Wie niet innoveert, valt stil. De economische welvaart in onze provincie wordt gedragen door speerpuntsectoren als chemie, zorg, bouw, logistiek, life sciences en agrobusiness. Om ervoor te zorgen dat zij concurrentieel kunnen blijven, bieden wij provinciale ondersteuning. Zo voorzien we bijvoorbeeld in infrastructuur zodat bedrijven uit deze sectoren zich kunnen ontwikkelen en groeien.”
“Op het Wetenschapspark UAntwerpen in Niel krijgen start-ups die actief zijn binnen health en environment de kans om samen te werken met gerenommeerde bedrijven en onderzoekers. Ook het uitbouwen van netwerken is belangrijk. Zo brengen we onze ondernemers heel bewust in contact met hun collega’s – ook uit andere sectoren – en vooral ook met universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen zoals VITO. Daarnaast investeren we jaarlijks vijf miljoen euro in duurzame innovatieve projecten rond diverse thema’s.”
Wat zou u aanhalen als mooie realisaties van de voorbije negen jaar?
Caluwé: (lacht) “Heeft u een paar uur? De lijst zou echt te lang zijn en ik ben bang dat ik zelfs dan nog enkele mooie projecten zou vergeten. Ik noemde het Wetenschapspark in Niel, waar recent ook Log!Ville voor de logistieke sector geopend is. Er zijn zich daar sterke clusters aan het ontwikkelen, met meer mogelijkheden om een netwerk uit te bouwen als logisch gevolg. POM Antwerpen levert hier sterk werk.”
Helsen: “Ook op Kamp C zie je dat ondernemers en kennisinstellingen echt iets aan het creëren zijn. Ze hebben als eerste in Europa een huis met twee verdiepingen uit één stuk geprint en nu trekken ze het eerste volledig circulaire kantoorgebouw van het land op. Een groot voordeel aan het provinciale bestuursniveau is dat we meer in de luwte en op de lange termijn kunnen werken. Innovatie vraagt tijd, en de provincie kan door haar positie een zeer belangrijke rol spelen op maatschappelijk vlak.”
Waar liggen de prioriteiten voor de komende jaren?
Caluwé: “Op alle niveaus en voor alle domeinen is innovatie belangrijk. Thema’s die ik overal zie terugkeren, zijn duurzaamheid en klimaatadaptatie. Daarvoor is het cruciaal dat we iedereen meekrijgen. Dat lukt door kansen te geven aan concrete innovaties op bedrijfsniveau, zoals bijvoorbeeld met pocketvergisters in de veehouderij. Die zorgen voor minder uitstoot door mest meteen op het bedrijf om te zetten tot biogas, waardoor de energiefactuur daalt.”
Naast de technologische innovatie moeten we ook inzetten op anders leren en werken binnen knelpuntsectoren.
Helsen: “Ook in particuliere woningen is er nog veel winst te boeken. Daarvoor moeten we iedereen die bouwt of verbouwt stimuleren, in de eerste plaats de bewoners zelf. Het is daarbij van groot belang om innovaties minder sectoraal te bekijken en vanuit diverse hoeken naar oplossingen te zoeken. In de bouwsector kan je bijvoorbeeld van in het begin zowel met architecten, bouwfirma’s, sociale huisvestingsmaatschappijen, kennisinstellingen als de energiesector rond de tafel gaan zitten om naar betaalbare oplossingen te zoeken en die uit te testen.”
“Ook dat zie ik binnen het provinciebestuur meer en meer gebeuren. We hebben het voordeel dat onze administratie onder één dak zit, waardoor we makkelijker dan Vlaanderen transversaal kunnen werken.”
Caluwé: “Ik pleit voor meer crosssectorale samenwerking. Een project als Antwerp Powered by Creatives – waarbij we ondernemers uit de creatieve sector koppelen aan eerder traditionele bedrijven – levert verrassende ideeën op.”
Helsen: “We moeten bovendien meer inzetten op een nog betere opvolging. Met onze subsidies geven we nieuwe initiatieven de kans om zich te ontwikkelen en te vermarkten. Het kan uiteraard geen kwaad om die groei de volgende jaren nog wat op te volgen en hen te ondersteunen indien nodig. Anders zou het kunnen dat de innovatie alsnog stilvalt. Een kind laat je ook niet helemaal los zodra het op eigen benen kan staan.”
Gaat de nieuwe gedeputeerde voor Innovatie andere accenten leggen dan de vorige?
Helsen: “De grote lijnen liggen vast in het provinciaal bestuursakkoord en er zijn maatschappelijke uitdagingen waar we niet omheen kunnen. Een aantal daarvan zijn door de coronacrisis nog duidelijker geworden, zoals de digitalisering en de verduurzaming, maar ook de inclusie binnen onze samenleving. Ik wil naast de technologische innovatie ook inzetten op anders leren en werken binnen knelpuntsectoren. De eerste projecten daarrond hebben we al opgestart. Een nieuwe leerstoel aan de Universiteit Antwerpen gaat bijvoorbeeld het effect van nieuwe technologieën en een innovatieve organisatie van de werkvloer uittesten in de gezondheidszorg.”