Lokale boeren hebben het steeds moeilijker om een eerlijke prijs te krijgen voor hun producten. Daarom verzamelen ze zich in een coöperatieve die zich inzet voor een betere leefbaarheid van de sector op lange termijn. “Alles begint met een eerlijke prijs die landbouwers de ruimte geeft om te investeren”, aldus Tanja Van Poecke, marketingverantwoordelijke bij Fairebel.
Tekst: Joris Hendrickx – foto’s: Kris Van Exel
Wat betekent duurzaamheid voor de melkveesector?
“Duurzaamheid heeft voor de melkveesector meerdere betekenissen. Er zijn natuurlijk de vele inspanningen van de melkveehouders om op een milieu- en klimaatvriendelijke manier te werken. Maar om dat mogelijk te maken, is een andere manier van duurzaamheid nóg belangrijker: het kunnen produceren én het lokaal kunnen vermarkten van melkproducten aan een eerlijke prijs.”
“Als melkcoöperatie willen we de discrepantie tussen de effectieve melkprijs die melkveehouders ontvangen en hetgeen zij zouden moeten krijgen zo veel mogelijk wegwerken. Zo hebben zij vervolgens voldoende middelen om hun gezin te voeden én te investeren in bijvoorbeeld duurzame energie, duurzame voeders, enz. Alles begint dus met een eerlijke prijs die landbouwers de ruimte geeft om te investeren.”
Welke uitdagingen stellen zich op dat vlak?
“Helaas bevindt de melkveesector zich al jaren in een crisis. De melkprijs staat immers al sinds 2009 zeer laag. Door de afschaffing van het melkquotum in 2015 en de liberalisering van de markt is dat alleen nog maar verergerd. Al meerdere jaren achter elkaar krijgen melkveehouders hierdoor gemiddeld meer dan 10 cent per liter te weinig om hun kosten te dekken en een eerlijk inkomen te kunnen genereren.”
“Nog nooit is de melkprijs zo laag geweest als vandaag. Meerdere Europese studies bevestigen dat we eigenlijk tussen de 40 en 45 cent per liter zouden moeten krijgen, maar momenteel is dat slechts 27 à 29 cent. Eigenlijk gaat het van kwaad naar erger. We worden bijna gedwongen om mee te gaan in de schaalvergroting en industrialisering van onze sector. De politiek zou hierin haar verantwoordelijkheid moeten nemen, maar we zien dat dat helaas niet gebeurt.”
We willen onze sector op lange termijn leefbaar houden door in te zetten op de korte keten en onze melkveehouders een eerlijk inkomen te geven.
In welke zin biedt Fairebel met haar coöperatief model hier deels een antwoord op?
“Als melkveecoöperatie proberen we dat voor een stuk te compenseren. Onze coöperanten leveren hun melk aan hun melkerij. Ze krijgen vervolgens de prijs per liter die door de wereldmarkt bepaald wordt. Bij Fairebel gaat per verkochte liter melk 10 cent in een spaarpot.”
“Op het einde van het jaar verdelen we die spaarpot dan onder onze coöperanten. Zo compenseren we het tekort dat ze hebben door de te lage prijzen van de wereldmarkt. Ons doel is dus niet om zelf winst te maken. We willen vooral onze sector op lange termijn leefbaar houden door in te zetten op een korte keten en onze melkveehouders een eerlijk inkomen te geven.”
“Op die manier willen we de melkveehouderij ook familiaal houden. We vinden dat belangrijk omdat anders de kosten en de druk erg groot worden. Met megaboerderijen die meer melk produceren, zal de prijs nog verder zakken. Dit terwijl we nu al met een overproductie zitten, waardoor melkerijen hun melk moeilijk krijgen vermarkt. Als dat overschot verder zou toenemen, dan zal dat nog meer dan nu worden uitgebuit door de distributiesector. Zo glijden we alsmaar verder af in de vicieuze cirkel. Dat willen we dus absoluut vermijden.”
Welke impact heeft corona gehad?
“Een lichtpuntje voor onze sector en ons coöperatief model is alvast dat sinds corona meer consumenten de voordelen hebben ontdekt van de korte keten. Consumenten beseffen nu meer dan ooit dat het belangrijk is om lokale Belgische producten te kopen en zo onze eigen boeren te steunen.”
“Als het hier niet meer wordt geproduceerd, dan zal het immers moeten worden geïmporteerd uit het buitenland. Het afgelopen jaar heeft ons geleerd welke risico’s zo’n afhankelijkheid met zich meebrengt. Dat toegenomen bewustzijn merken we ook in de verkoopcijfers van onze producten.”
Welke van jullie melkproducten kan de consument in de winkel vinden?
“Binnen het gamma van melkproducten hebben we ten eerste onze originele volle melk. Dat is de enige volle melk op de Belgische markt waarbij het vetgehalte varieert. Afhankelijk van het seizoen schommelt dat tussen de 3,8 en 4,4% vet. Bij andere volle melken is dat percentage gestandaardiseerd.”
“Daarnaast zijn er onze halfvolle melk en volle chocomelk met fairtradecacao. Maar we maken ook zachte kaas, blokjes kaas, boter en roomijs.”
Net zoals de melkveesector bevindt ook de fruitsector zich in een diepe crisis als gevolg van het Russische embargo. Ook daar hebben we beslist om de handen in elkaar te slaan.
Welke nieuwigheden zijn er bij jullie?
“Sinds kort hebben we onze activiteiten uitgebreid naar fruit. Momenteel focussen we ons daarbij op appelen en peren. In 2019 werden we aangesproken door enkele fruittelers die ons coöperatief model erg interessant vonden en hiervoor ook een groot potentieel zagen in hun sector. Net zoals de melkveesector bevindt immers ook de fruitsector zich al meerdere jaren in een diepe crisis als gevolg van het Russische embargo.”
“Ook daar gaat het van kwaad naar erger. We hebben daarom beslist om de handen in elkaar te slaan en samen met de Belgische fruitkwekers een duurzaam model op te zetten waarbij zij binnen onze organisatie hun eigen gespecialiseerd comité hebben. Dankzij die samenwerking kan je nu ook eerlijke appelen en peren van Belgische bodem kopen onder de gekende Fairebel merknaam. De lokale fruittelers ontvangen hierdoor een correcte prijs voor hun producten en zullen zo op lange termijn beter kunnen overleven.”
Welk potentieel zien jullie om deze activiteiten nog verder uit te breiden?
“Vorig jaar zijn we ook gecontacteerd door een groep vleesveehouders met hetzelfde idee. Ook met hen zijn we nu een gelijkaardige samenwerking aan het uitwerken. We hopen om in de loop van 2021 het eerste Fairebel vlees in de winkelrekken te krijgen.”
“Daarnaast staan we zeker open om ons model nog verder uit te breiden naar andere takken van de landbouw. Er is in België nog heel wat potentieel om lokale landbouwproducten aan een eerlijkere prijs te vermarkten.”