Coöperaties spelen een cruciale rol in de versterking van land- en tuinbouwers en in de kwaliteitsgarantie van hun producten. Meer uitleg door Luc Vanoirbeek en Rita Demaré, respectievelijk algemeen secretaris en voorzitter van het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT).
Tekst: Joris Hendrickx
Welke voordelen biedt een coöperatie?
Vanoirbeek: “Als coöperatie streven we naar een zo vlot en kort mogelijke logistieke keten van de producent naar de rest van de voedingsketen en de consument. Als een product in de voormiddag wordt geoogst, dan gaat dat onmiddellijk naar de veiling en slagen we er door een heel performant logistiek systeem in om dat binnen de 24 uur met een optimale kwaliteit in de supermarkt te krijgen. Ook de voedselveiligheid is hierbij te allen tijde gegarandeerd. We kunnen tot in detail traceren waar en op welke manier een product geteeld is.”
Demaré: “Zowel voor de producent als voor de consument is een coöperatie een meerwaarde. We laten producenten toe om gezamenlijk naar de markt te gaan, zorgen ervoor dat ze altijd een afzetmarkt hebben en bieden transparantie over wie de klant is. Aan consumenten in binnen- en buitenland bieden we de zekerheid dat ze steeds kwalitatieve producten kunnen kopen. Dat doen we onder andere door de toepassing van het Flandria-kwaliteitslabel en de strenge controle daarvan in de veilingen.”
Vanoirbeek: “Coöperaties staan ook in voor investeringen in innovatie en ontwikkeling. Zo hebben we in Vlaanderen een uitgebreid systeem van proeftuinen en onderzoeksinstellingen die voor een aanzienlijk deel door hen worden gefinancierd. Hierdoor kunnen we onze voorsprong op andere landen behouden.”
Als coöperatie streven we naar een zo vlot en kort mogelijke logistieke keten van de producent naar de rest van de voedingsketen en de consument.
Hoe belangrijk is duurzaamheid voor jullie?
Vanoirbeek: “Ten eerste is er de economische duurzaamheid. We zorgen ervoor dat producenten samen naar de Europese markt kunnen gaan en versterken op die manier hun positie binnen de voedingsketen. Er zijn immers heel weinig afnemers, tegenover enorm veel kleine aanbieders. Wat betreft de ecologische duurzaamheid zetten we sterk in op voorlichting en vorming.”
“Het doel is om steeds een zo goed mogelijk product aan te bieden met een minimale impact op het milieu. Maar er is ook de sociale duurzaamheid. Zo zetten onze veilingen zich via een performante keten in om het voedselverlies maximaal te beperken. Het overschot dat er toch nog is, geven we bijvoorbeeld aan sociale instellingen.”
Welke rol spelen jullie bij het verkennen van nieuwe markten voor onze boeren?
Vanoirbeek: “Enkele jaren geleden kregen we een zware klap te verwerken door het wegvallen van de Russische markt. Door politieke instabiliteit zijn ook de markten in Noord-Afrika weggevallen. Daarnaast is er nog de onzekerheid rond de Brexit. Met VBT doen we daarom heel wat inspanningen om nieuwe markten te openen, maar dat is wel een werk van lange adem. Eerst moeten we de nodige toelatingen krijgen, maar daarna dienen we bijvoorbeeld ook nog plaatselijke partners te vinden en promotie te voeren voor onze producten.”
Demaré: “Iedere producent kan lid worden van de coöperatie. Hierdoor willen we de afzetmarkt niet enkel beperken tot België. Nieuwe afzetmarkten zijn belangrijk om alle Belgische producten te kunnen verkopen.”