Toen hun echtgenoot en vader Marc twee jaar geleden stierf, stond het leven van Catherine Rigot (53) en haar dochters Ines (25) en Margo (22) Theunis op losse schroeven. Zij was kleuterjuf, de kinderen studeerden. Plots stonden ze voor de moeilijke keuze: de boerderij sluiten of zelf de stal in trekken. Ze kozen voor het laatste. En met succes. “We leren met vallen en opstaan, maar zijn blij dat we vaders werk voortzetten”, vertelt Ines van boerderij Fines in Glabbeek.
Tekst: Sandra Gasten – foto’s: Boerenbond
Sinds 2016 stond je papa er alleen voor na het overlijden van zijn broer. Maar in 2018 sloeg het noodlot toe en overleed hij aan kanker. Hoe moeilijk was dat?
“Het was een shock. Ons leven werd door elkaar geschud. Voor zijn dood runden papa en zijn broer samen een bedrijf met achthonderd runderen en teelden ze gewassen om de dieren te voederen. Ze hadden de boerenstiel van thuis meegekregen en deden hun vak met passie. Mijn mama was al 25 jaar kleuterjuf, wij studeerden in het middelbaar. Voor ons was de boerderij vooral een speelparadijs. We gingen papa af en toe helpen en bouwden huisjes in het stro. We leerden wel hoe we met de dieren moesten omgaan, maar hadden geen technische kennis. Mijn papa en nonkel vulden elkaar perfect aan. Hun dood zorgde dus voor veel onzekerheid. Ineens bleven we met drie vrouwen achter met een boerderij.”
Wat heeft jullie over de streep getrokken om te gaan boeren?
“Toen mijn papa en nonkel Jan ziek werden, deden we voort, op automatische piloot, want je kan de dieren niet aan hun lot overlaten. We hebben er ook troost in gevonden, nu nog altijd. Na enkele maanden beseften we: het lukt wel, we kunnen dit. Toen hebben we beslist om zijn werk voort te zetten. Bovendien had mijn moeder tijdens zijn ziekte noodgedwongen al wat taken overgenomen. De kalfjes verzorgen, de dieren voederen, enz. Dat deed ze graag. De keuze om het onderwijs te verlaten, was daarom makkelijker. Ze had ook al een deel van het bedrijf omgevormd tot speelboerderij. Intussen zijn de taken verdeeld. Ik bekommer me om de tweehonderd runderen, mijn mama runt de speelboerderij en doet de rondleidingen en mijn zus zet haar studies marketing en bedrijfscommunicatie hier in de praktijk om.”
Na de dood van mijn papa bleven we plots met drie vrouwen achter met een boerderij en 800 runderen. De eerste maanden leefden we op automatische piloot. Je moet voort, want je kan de dieren niet aan hun lot overlaten. Maar na enkele maanden beseften we: het lukt wel, we kunnen dit.
Hoe maak je je de vaardigheden van een landbouwbedrijf zo snel eigen?
“We wisten wel wat het boerenleven inhield, maar makkelijk was het niet. Ik ben bio-ingenieur met een specialisatie landbouwkunde. Bij mij was er altijd wel de intentie om op de boerderij terecht te komen, maar ik wilde eerst elders ervaring opdoen. En de praktijk is nog wel iets anders dan de theorie. Gelukkig krijgen we hulp van de twee broers van mijn papa én van experten. Het blijft echter een proces van vallen en opstaan, we moeten nog veel leren en maken dus ook fouten. Papa kon bijvoorbeeld voorspellen wanneer een koe zou gaan kalven. Hij voelde dat. Ik moet investeren in technologie die me daarbij kan helpen.”
Intussen kregen jullie het label van smaakhoeve, straffe streekhoeve en plattelandstoerisme. Wat betekenen die onderscheidingen?
“Als boerderij moet je proberen om dichter bij de consument te komen. Daarom hebben we het bedrijf Fines – een samentrekking van ‘farm’ en ‘Ines’ – opgestart. Bestellingen kunnen via onze website worden gedaan. Bij ons koop je dus rechtstreeks van bij de boer. Daarnaast groeit de interesse voor rondleidingen, vergaderingen en teambuildings en is de speelboerderij een schot in de roos. Spelen tussen de dieren, ze voederen of knuffelen… kinderen genieten daarvan. Ze zijn ook welkom voor verjaardagsfeestjes, een gezinspicknick of een bezoek met hun vereniging of klas.”
Het is voortdurend wikken en wegen tussen investeren en winst maken. De prijs voor het vlees is niet hoog, terwijl we ernaar streven om onze dieren een goed leven te geven.
Merken jullie dat die korteketenverkoop en jullie activiteiten de kloof met de consument verkleinen?
“Absoluut. Ze stimuleren de dialoog tussen consument en producent. De verkoop via de korte keten is tijdens de lockdown toegenomen. Nu het leven stilaan weer zijn gang gaat en mensen weer naar de supermarkt gaan, merken we wel een kleine terugval. Maar de interesse om bij ons te bestellen, is zeker gegroeid. Corona heeft ook gezorgd voor een nieuwe plattelandsvisie: mensen hebben interesse gekregen in de werking van een landbouwbedrijf. De sector krijgt vaak een negatieve stempel, terwijl veel opvattingen niet kloppen met de realiteit. Via onze website en sociale media informeren we klanten over het leven en de filosofie op ons bedrijf. We vertellen ons verhaal en klanten appreciëren dat.”
Hoe blik je terug op de voorbije periode?
“De goesting voor deze stiel is gaandeweg gekomen. Het was een lange weg, maar we doen onze job met passie. Toch blijft het een zwaar beroep: het is voortdurend wikken en wegen tussen investeren en winst maken. De prijs voor het vlees is niet hoog, terwijl we ernaar streven om onze dieren een goed leven te geven. Maar ik kijk positief naar de toekomst en zou het zeker weer doen. Hoewel vlees soms een negatieve bijklank heeft, blijven we geloven in ons product en investeren in de kwaliteit en het welzijn van de dieren. Mijn papa was ook al bezig met innovatie, duurzaamheid en korte keten. Ik ben er zeker van dat hij vol trots naar ons kijkt.”
Voor meer informatie, ga naar speelboerderijravot.be en boerderijfines.be
Julie Houtman ontdekt de boerenstiel
“Geweldig hoe drie vrouwen zo’n landbouwbedrijf runnen”
Omdat er dit jaar geen bedrijfsbezoeken mogelijk waren op de Dag van de Landbouw, werden vijf bekende duo’s gevraagd om een boerderij in de kijker te zetten. Julie Houtman en haar tweejarig zoontje Emile zakten af naar Glabbeek.
“Hoewel ik achttien jaar in de scouts heb gezeten en vaak mijn tent in een weide heb gezet, was dit de eerste kennismaking met het leven op de boerderij”, vertelt Julie. “We hebben twee dagen volop meegeholpen: Emile mocht ’s ochtends de kalfjes melk geven en de diertjes op de boerderij voederen en ik heb voor het eerst met een verreiker strobalen op elkaar gezet. Een hele uitdaging, hoewel het niets was vergeleken met de stapels die Ines had gemaakt. Ik was onder de indruk! En ook vroeg opstaan hoorde er natuurlijk bij.”
Vrouwenbastion
“Speelboerderij Ravot en veebedrijf Fines zijn voorbeelden van een geweldig vrouwenbastion. Er zijn niet veel landbouwbedrijven die zo succesvol door drie dames worden gerund. Het was geweldig om te zien hoe elk van hen de boel runde. Van het verzorgen van het vee, het organiseren van de kinderboerderij tot het klaarmaken van het hooi: de dames hadden de touwtjes stevig in handen. Ines heeft me een rondleiding gegeven over de werking van het bedrijf, waardoor ik veel heb bijgeleerd: hoe de koeien kalveren, hoe ze gekozen worden en waar het vlees terechtkomt. Er is een wereld voor me opengegaan.”
Kinderen laten kennismaken
“Het landbouwleven zou me wel kunnen bekoren. Het was ongelooflijk hoe stil het in die omgeving was. Er reden geen auto’s, het enige dat je hoorde, was een kraaiende haan of loeiende koe. Hoewel de dames hard moeten werken en soms ook stress hebben, heerste er een vorm van rust. Het is een andere, minder gejaagde manier van leven. Het was een geweldige ervaring. Ik geef les in het eerste leerjaar en ben van plan om er een les aan te wijden of – in betere tijden – de kinderen eens mee naar de boerderij te nemen. En Emile mag ook mee uiteraard! Hij heeft al gevraagd wanneer we nog eens terugkeren (lacht).”