Landbouw beroert iedereen. Geen enkele andere sector is zo zichtbaar en tastbaar als de land- en tuinbouw. De sector bepaalt in grote mate het landschap, er zijn dieren mee gemoeid en er is een nauwe verbondenheid met de natuur. Bovendien gaat het om voedsel. Hoe belangrijk dat is, maakten de ellenlange wachtrijen en lege rekken in de supermarkten tijdens de coronacrisis wel duidelijk. Dat maakt dat landbouw vaak met veel emotie is omgeven en dat heel wat mensen en organisaties er hun zegje over willen doen. Griet Lemaire, directeur Vlaams infocentrum land- en tuinbouw (VILT), deelt haar visie.
Griet Lemaire
Directeur
Vlaams infocentrum land-en tuinbouw (VILT)
“Verlaat je de stad, dan kom je – zeker in Vlaanderen – terecht op het werkterrein van land- en tuinbouwers. Dit werkterrein is niet alleen de ultieme woondroom van de Vlaming, hij komt er ook om te fietsen, te wandelen, enz. Kortom om tot rust te komen. Want ook dát was een neveneffect van de coronacrisis: door de lockdown herontdekte de Vlaming het platteland en de natuur in zijn omgeving. Het was vaak bijzonder druk op de talrijke veldwegen en plattelandsstraatjes. Zeker omdat landbouwers ook in grote getale bezig waren om hun akkers te bewerken en te bezaaien. Dat doen ze immers elk voorjaar, willen ze later op het jaar kunnen oogsten.”
Plattelandsidylle
“Maar dat landbouwbedrijven groter worden, dat akkers nood hebben aan mest, dat grote landbouwmachines zich van veld tot veld begeven – ook wel eens na 22 uur – of dat gewassen soms weinig overlevingskansen hebben zonder gewasbeschermingsmiddelen zijn zaken die weleens haaks komen te staan op de plattelandsidylle van heel wat Vlamingen. Dat leidt tot onbegrip. Waarom moet dat landbouwbedrijf echt nog groter worden? Waarom moeten de machines zo gigantisch zijn? Waarom mag een landbouwer nog glyfosaat gebruiken terwijl het gebruik van dit bestrijdingsmiddel verboden is voor de particulier? Waarom kan die boer niet enkel overdag zijn ronkende machines uit de loods halen?
Want wie de moeite neemt om de man of vrouw achter zijn voeding te ontdekken, trekt vaak grote ogen. Een hedendaags landbouwbedrijf lijkt in niets meer op dat van twintig jaar geleden.
Nochtans zijn er logische antwoorden te formuleren op die pertinente vragen. Economische wetmatigheden gelden immers ook voor landbouwbedrijven, die zwaar moeten investeren in duurzamere productietechnieken of meer dierenwelzijn. Het eenmalige gebruik van glyfosaat kan dan weer vijf sproeibeurten met een ander product in de toekomst voorkomen. En wisselende weersomstandigheden en oogstrijpe gewassen maken soms dat op een heel korte periode veel werk op het veld gerealiseerd moet worden.”
Lokale handelaars en hoevewinkels
“Tegelijk gaat landbouw ook om voeding. Van zowat alles wat op je bord belandt, is landbouw de basis. Het is niet voor niets dat de regering de land- en tuinbouw en bij uitbreiding de hele agrovoedingsketen als essentiële sectoren benoemde toen de coronacrisis uitbrak. En op dat vlak heeft de agrovoedingsketen bewezen dat het een ongelofelijke flexibiliteit aan de dag kan leggen. Terwijl u en ik zich in de veilige cocon van onze eigen woning konden terugtrekken, bleef de hele keten draaien. Ondanks tal van uitdagingen, zoals tekorten op het vlak van personeel, verpakkingen of transport, werkte iedereen door. Van landbouwer over verwerker tot supermarkt. Een ongelofelijke prestatie die wel eens in de verf gezet mag worden.”
“Zoals de bekende voetballer Johan Cruijff ooit zei: ‘elk nadeel heb zijn voordeel’. De coronacrisis zorgde er niet alleen voor dat we massaal zelf aan het koken gingen, maar ook dat we de lokale handelaars opnieuw ontdekten. Ook voor heel wat land- en tuinbouwers met een hoevewinkel waren het bijzonder drukke tijden. Die hernieuwde aandacht voor koken, lokale voeding en de producent om de hoek kunnen wij enkel maar toejuichen.”
De agrovoedingsketen heeft bewezen dat het een ongelofelijke flexibiliteit aan de dag kan leggen. Ondanks tal van uitdagingen door corona bleef de hele keten draaien.
De boer als manager
Want wie de moeite neemt om de man of vrouw achter zijn voeding te ontdekken, trekt vaak grote ogen. Een hedendaags landbouwbedrijf lijkt in niets meer op dat van twintig jaar geleden. Waar een boer toen vooral bezig was met produceren, is hij nu bezig met ondernemen: duurzaam produceren, aansturen van technologie en personeel, interpreteren van data, detecteren van marktopportuniteiten, vermarkten van zijn producten op heel diverse en innovatieve manieren, verantwoording afleggen over wat hij en doet en waarom, enz. Kortom, een boer is een echte manager geworden. Dat moet ook, anders red je het als landbouwer vandaag niet meer.
Passie en fierheid
Als Vlaams infocentrum land- en tuinbouw (VILT) proberen wij ook ons steentje bij te dragen om de boer en burger dichter bij elkaar te brengen. Op onze websites willen we je wegwijs maken in de manier waarop ons voedsel geproduceerd wordt en geven we een inkijk in het dagelijkse leven op het platteland en op een landbouwbedrijf. Zo ontdek je bijvoorbeeld welke weg een tomaat aflegt vooraleer ze op je bord terechtkomt, wat een koemagneet is en waarom biggen gecastreerd worden. We zijn er zeker van dat je versteld zal staan van de passie en fierheid waarmee de boer of boerin dagelijks inspanningen levert om binnen een kluwen van wettelijke verplichtingen, torenhoge maatschappelijke verwachtingen, onvoorspelbare weersomstandigheden en sterk schommelende economische wetmatigheden een gezond en lekker product op je bord te krijgen!
Voor meer informatie, ga naar vilt.be en veldverkenners.be