Skip to main content
Home » Life Sciences » “China brengt Amerikaanse dominantie aan het wankelen”
Life Sciences

“China brengt Amerikaanse dominantie aan het wankelen”

In samenwerking met
In samenwerking met

Qua wetenschappelijke expertise en teamkwaliteit hoeven de Europese lifesciencesbedrijven niet onder te doen voor hun Amerikaanse tegenhangers. Toch bleek de VS tot voor kort hun eerste – en vaak belangrijkste – doelmarkt bij het ontwikkelen van nieuwe producten en het ophalen van durfkapitaal. Vandaag staat China te trappelen om de rol van derde belangrijke speler op te nemen.

Tekst: Katrien Bonne

Henk Joos: General Manager and Director Life Sciences & Healthcare Agio Capital & Business Solutions.

“Verwacht wordt dat het land binnen vijftien jaar op gelijke hoogte staat met de VS, en misschien zelfs hoger”, aldus Henk Joos van Agio Capital & Business Solutions. “Naar de fundamentele redenen waarom de VS in de biotech- en lifesciencessector al vijftig jaar het voortouw neemt, is het niet lang zoeken. Het land beschikt over de grootste uniforme gezondheidsmarkt ter wereld. Daaraan gekoppeld ontstonden uitstekende onderzoeksgroepen op het vlak van gezondheidszorg, met in hun slipstream een reeks startende bedrijven op basis van kennis en technologieën die aan de Amerikaanse universiteiten en instellingen ontwikkeld werden.”

“Een derde element is dat de VS veel meer bereid is om grote volumes aan risicokapitaal te injecteren, waardoor start-ups voldoende financiële ademruimte krijgen voor groei en productontwikkeling. Dit in tegenstelling tot de sterk gefragmenteerde Europese markt en de conservatievere houding van de Europese investeerders.”

Met de versnelling die nu aan de gang is, lijkt China goed op weg om binnen vijftien jaar de nieuwe biotechnologieleider van de wereld te worden.

Groeifinanciering

Wie in de life sciences een speler van formaat wil worden, keek tot voor kort haast automatisch richting Amerika, met de grootste afzetmarkt voor nieuwe medicijnen, diagnostische tests en behandelingen ter wereld.

Doorgroeifondsen tot 100 miljoen dollar zijn er legio, terwijl een A-ronde in Europa maximaal 15 tot 20 miljoen dollar oplevert. Dat laatste hoeft niet altijd een nadeel te zijn: het gebrek aan durfkapitaal leidt in Europa vaker tot gerichte keuzes voor levensvatbare projecten met uitstekende wetenschappers en ervaren managementteams, terwijl de VS in verhouding meer ‘hot air’ bedrijven telt: veel geblaat, minder wol.

Chinese lifesciencesbedrijven

Europa als alternatief

Sinds kort ambieert China om een stevige voet aan wal te krijgen binnen de lifesciencesindustrie. Door een ouder wordende bevolking, het toegenomen welvaartspeil en de stijgende vervuiling neemt de vraag naar medicijnen en behandelingen er sterk toe, en dat op een populatie die deze van de VS en Europa samen ruimschoots overtreft. Dat noopt de overheid niet alleen tot het versneld goedkeuren van medicijnen uit het westen en een aangepaste regelgeving, ook in de privésector gaan heel wat belletjes rinkelen.

“De economische boom leverde China de laatste decennia heel wat ‘nouveaux riches’ op”, legt Joos uit. “Zij beseffen dat de gezondheidszorg ‘the next big thing’ is, en willen maar wat graag investeren in beloftevolle biotechprojecten. Voorlopig schiet hun knowhow in het opzetten van dergelijke bedrijven nog tekort, waardoor Europa als valabele partner in het vizier komt: het herbergt even waardevolle – en vaak goedkopere – ondernemingen als de VS en kent een grotere culturele openheid die de Chinezen wel waarderen. Met de versnelling die nu aan de gang is, lijkt China in ieder geval goed op weg om binnen vijftien jaar de nieuwe biotechnologieleider van de wereld te worden.”


Hasselts bedrijf waagt de sprong

Dat Europese lifesciencesbedrijven in de toekomst niet enkel de VS, maar best ook China kunnen integreren in hun groeistrategie, bewijzen enkele recente grote deals tussen Chinese en Europese biotechnologiebedrijven. Een voorbeeld is de exclusieve overeenkomst die het biofarmaceutisch bedrijf Complix uit Hasselt sloot met het Chinese I-Mab.

Mark Vaeck: Chief Executive Officer Complix.

“Biotechbedrijven die vooruit willen, kunnen dat op twee manieren”, vertelt CEO Mark Vaeck. “Enerzijds door vers kapitaal op te halen, anderzijds door deals te sluiten met bedrijven met een aanvullende expertise. Voor beide stonden Amerikaanse bedrijven en investeerders traditioneel aan de top, maar recent zien we dat China de neus aan het venster steekt. Er worden daar enorme fondsen gemobiliseerd, en er heerst een ondernemersgeest vergelijkbaar met die in Silicon Valley.”

“Om te onderzoeken of we konden meesurfen op de golf die daar momenteel gecreëerd wordt, namen we Agio Capital & Business Solutions in de arm, voor hun kennisbasis en netwerk in Shanghai.”

Er worden enorme fondsen gemobiliseerd en er heerst een ondernemersgeest vergelijkbaar met die in Silicon Valley.

Springplank

Verkennende gesprekken – via Zoom want in volle lockdownperiode – brachten een België-link aan het licht: de oprichter van I-Mab had in Diepenbeek tien jaar lang wetenschappelijk onderzoek verricht. Na zijn terugkeer naar China ging het snel: I-Mab, opgericht in 2015, is vandaag beursgenoteerd en 4 miljard dollar waard. “Ik verwacht veel van hun wetenschappelijke competentie”, vertelt Vaeck.

“Tal van hun medewerkers brachten decennia in buitenlandse gerenommeerde onderzoeksinstituten door om ervaring op te doen. In eerste instantie leveren wij technologie aan I-Mab voor de gezamenlijke ontwikkeling van geneesmiddelen tegen kanker. In ruil ontvangt Complix mogelijke mijlpaalvergoedingen en participeert het buiten China voor 50% in de verkoop van nieuwe producten. Maar dat is niet alles: I-Mab is ‘top of the bill’ in China, waardoor de interesse van andere bedrijven voor Complix nu ook fors toeneemt. Ik zie deze deal als een springplank om in de regio een brede relatie uit te bouwen én om Complix als wereldspeler op de kaart te zetten.”

Next article