Naast stoppen met roken en rookpreventie kan ook schadebeperking door middel van rookvrije alternatieven een grote impact hebben op de volksgezondheid. Philip Morris voert daarom als voorloper al meer dan vijftien jaar onderzoek naar innovaties die rokers kunnen helpen om het risico op ernstige rookgerelateerde ziekten te verminderen.
“Ondanks de sterke inspanningen van de overheid om roken te ontmoedigen of mensen aan te zetten om te stoppen met roken, telt België vandaag nog steeds twee miljoen rokers”, zegt Elfriede Berger, Scientific Engagement Manager BeNeLux bij Philip Morris. “Hierdoor blijft ook de prevalentie van rookgerelateerde ziekten erg hoog in ons land. Philip Morris heeft daarom sinds 2008 al 12,5 miljard dollar geïnvesteerd in het onderzoek naar betere alternatieven voor de klassieke brandbare sigaret.”
Vermindering van 95%
Bij verwarmde tabaksproducten merken we een vermindering van maar liefst 95% aan schadelijke stoffen ten opzichte van klassieke sigaretten.
Enorm potentieel
“Aan wie niet rookt, raden we aan om er niet mee te beginnen. Wie wél al rookt, willen we aanzetten om ermee te stoppen. Er is helaas ook een grote groep van volwassen rokers die ondanks alle bewustmakingscampagnes niet stopt met roken. Met onze alternatieve producten richten we ons specifiek op die groep. Deze alternatieven bieden immers heel wat opportuniteiten om de gezondheidsschade die het roken van brandbare sigaretten met zich meebrengt te beperken. Net omwille van die positieve transformatie heb ik na een carrière van twintig jaar in de farmaceutische sector beslist om aan de slag te gaan als wetenschapsverantwoordelijke BeNeLux bij Philip Morris”, verklaart Berger.
“In ons wetenschappelijk centrum in Zwitserland doen iedere dag maar liefst 1.000 tot 1.500 wetenschappers onderzoek naar de mogelijkheden van minder schadelijke alternatieven die nicotine kunnen afleveren aan rokers. Een goed gekend alternatief zijn de e-sigaretten of vapes, maar een andere erg interessante optie waar wij sterk op inzetten, zijn de verwarmde tabaksproducten. Daarnaast zijn er de orale producten, zoals nicotinezakjes of snus.”
We hebben sinds 2008 al 12,5 miljard dollar geïnvesteerd in het onderzoek naar betere alternatieven voor de klassieke brandbare sigaret.
Studies bevestigen positieve impact
“Al deze alternatieven hebben als gemeenschappelijke factor dat er geen tabak meer hoeft te worden verbrand. Het is immers vooral bij die verbranding dat de meeste schadelijke stoffen vrijkomen en worden ingeademd. Bij verwarmde tabaksproducten zien we bijvoorbeeld een vermindering van maar liefst 95% aan schadelijke stoffen ten opzichte van klassieke sigaretten. Onze laboratoria hebben bovendien zowel in vitro als in vivo aangetoond dat verwarmde tabak minder toxisch is”, klinkt het. “Daarnaast hebben we klinische studies rond COPD opgezet waarbij de follow-up resultaten bevestigden dat het gebruik van verwarmde tabak met een significant lagere achteruitgang van de longfunctie geassocieerd wordt dan het roken van sigaretten, ondanks dat de longfunctie voor de groep rokers die overschakelde op verwarmde tabak significant slechter was bij de baseline. Ook in het domein van andere aan roken gerelateerde ziekten, zoals cardiovasculaire ziekten en kankers, zien we in studies veelbelovende resultaten wat betreft de in het lichaam aanwezige ziektemarkers die gelinkt kunnen worden aan deze ziekten. Deze evolutie komt zelfs overeen met programma’s die inzetten op stoppen met roken.”
R&D
In het wetenschappelijk centrum in Zwitserland doen iedere dag maar liefst 1.000 tot 1.500 wetenschappers onderzoek naar de mogelijkheden van minder schadelijke alternatieven die nicotine kunnen afleveren aan rokers.
“Ook de onafhankelijke onderzoeken van de Amerikaanse FDA, het Nederlandse RIVM en het Duitse BfR ondersteunen deze bevindingen. Zo ontwikkelde het RIVM in 2020 een methodologie om de carcinogeniciteit te vergelijken tussen verschillende nicotineproducten. De conclusie van dat onderzoek was dat wanneer rokers volledig overschakelen naar verwarmde tabaksproducten, het risico om kanker te krijgen significant vermindert. Ook de Belgische Hoge Gezondheidsraad heeft rapporten gepubliceerd die algemeen genomen onze eigen studies en bevindingen bevestigen.”
Kansen geven aan rookvrije producten loont
“We hopen daarom dat de Belgische wetgeving rond deze alternatieven kan worden aangepast aan het verminderde risicoprofiel ten opzichte van het klassieke roken”, vervolgt Berger. “Daarnaast is er ook dringend nood aan een betere informering over deze alternatieven. Zo denkt een verontrustend percentage van de Belgische rokers dat bijvoorbeeld vapen schadelijker is dan het roken van een klassieke sigaret. In andere landen – zoals Zweden en het VK – is er daarentegen een actieve steun om mensen die niet stoppen met roken te laten overstappen naar rookvrije alternatieven. De rookprevalentie ligt er daardoor aanzienlijk lager dan in België. Zo heeft Zweden een rookprevalentie van zo’n 5%, terwijl dat in België bijna 20% is. Ook de curves van rookgerelateerde ziekten bij volwassen mannen tonen er een aanzienlijke impact. In het VK is de prevalentie gedaald tot 13% dankzij de ondersteuning van vapes en in Japan hebben verwarmde tabaksproducten op vijf jaar tijd mee gezorgd voor een vermindering van de rookprevalentie van 20% naar 13%.”
Deze alternatieven bieden heel wat opportuniteiten om de gezondheidsschade die het roken van brandbare sigaretten met zich meebrengt te beperken.
Voortgezette zoektocht naar betere alternatieven
“In het kader van onze doelstelling om tegen 2025 minstens één miljard dollar aan netto-omzet te realiseren uit producten die geen nicotine bevatten, namen we in 2021 drie farmaceutische bedrijven over: Fertin Pharma, OtiTopic en Vectura. Om zulke producten te kunnen ontwikkelen, is nu eenmaal veel expertise nodig rond inhalatietechnieken. Eén van de belangrijkste redenen waarom mensen roken, is immers de nicotine-inname. Om onze innovatieve producten succesvol te laten zijn, moeten we hen op dat vlak evenveel voldoening kunnen bieden als bij de klassieke sigaret. Philip Morris voert ook onderzoek naar onvervulde noden bij patiënten waar wij een verschil kunnen maken via bestaande en goedgekeurde moleculen. Een goed voorbeeld is een acetylsalicylzuur dat via een droogpoederinhalator kan worden toegepast bij patiënten met een acuut myocardinfarct (hartinfarct, red.). Zij kunnen dit bij zichzelf toedienen en dus sneller reageren. Ook de opnamesnelheid – en dus de efficiëntie – van de moleculen is beter dan bij klassieke orale medicatie. Daarnaast voeren we neurologisch onderzoek om moleculen sneller te laten opnemen in het kader van migraine en pijnmanagement. Tot slot bestuderen we ook nicotinevervangende therapieën zoals pleisters”, besluit Berger.